
Jurisprudentie
BG3820
Datum uitspraak2007-11-29
Datum gepubliceerd2008-11-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers203 HLAR 31/07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
Zaaknummers203 HLAR 31/07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afwijzing verzoek om van besluit terug te komen en een stuk grond in erfpacht uit te geven.
Voormeld verzoek is een verzoek om terug te komen van een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, waartegen, gelet op artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, van de Lar, geen beroep openstaat.
Aangevallen uitspraak bevestigd.
Voormeld verzoek is een verzoek om terug te komen van een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, waartegen, gelet op artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, van de Lar, geen beroep openstaat.
Aangevallen uitspraak bevestigd.
Uitspraak
203 HLAR 31/07
Datum uitspraak: 29 november 2007
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de vereniging "Drag Racing Association Curaçao", gevestigd op Curaçao,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao, van 22 mei 2007 in het geding tussen:
appellante
en
de eilandsraad van het Eilandgebied Curaçao.
1. Procesverloop
Bij brief van 1 november 2006 heeft de eilandsraad van het Eilandgebied Curaçao (hierna: de eilandsraad) een verzoek van appellante om van zijn besluit nr. 88/1124 van 3 december 1990 terug te komen en aan haar een stuk grond, gelegen te Ronde Klip, in erfpacht uit te geven afgewezen.
Bij uitspraak van 22 mei 2007 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Curaçao (hierna: het Gerecht), zich onbevoegd verklaard om van het daartegen door appellante ingestelde beroep kennis te nemen.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief, bij het Hof binnengekomen op 3 juli 2007, hoger beroep ingesteld.
De eilandsraad heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 oktober 2007, waar appellante, vertegenwoordigd door haar voorzitter [voorzitter], bijgestaan door [gemachtigde], en de eilandsraad, vertegenwoordigd door
mr. F.L. Cijntje-de Jager, ambtenaar in dienst van het eilandgebied, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Appellante klaagt dat, samengevat weergegeven, het Gerecht de brief van 1 november 2006 ten onrechte heeft aangemerkt als een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, waartegen geen beroep openstaat.
2.2. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening administratieve rechtspraak (hierna: de Lar) wordt onder beschikking een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is verstaan.
Ingevolge artikel 7, eerste lid, voor zover thans van belang, kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen, die door een beschikking rechtstreeks in hun belang zijn getroffen, daartegen beroep instellen bij het Gerecht.
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder f, staat geen beroep open tegen een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling, met uitzondering van een beschikking houdende weigering van de goedkeuring van een dergelijke beschikking.
2.3. Op 3 december 1990 heeft de eilandsraad besloten om vorenbedoeld stuk grond in erfpacht uit te geven aan de stichting "Fundashon Autosport Curaçao". Bij notariële akte, verleden op 15 april 1994 en in het desbetreffende register ingeschreven op 18 april 1994, is aan dat besluit uitvoering gegeven. De erfpacht duurt voort tot 15 april 2034.
Het verzoek van appellante aan de eilandsraad om van het besluit van 3 december 1990 terug te komen en het stuk grond aan haar in erfpacht uit te geven, is een verzoek om terug te komen van een beschikking ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Het Gerecht heeft de afwijzing daarvan terecht en op goede gronden aangemerkt als een beschikking in de zin van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder f, van de Lar, waartegen geen beroep openstaat.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, Voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, Leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
Voorzitter
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 november 2007

